Ons Indië

20-12-2013 13:04

Hindia-Belanda, Nederlands-Indië, is altijd een bijzonder rijk land geweest. Niet rijk in de zin van vermogen en welvaart van het land zelf, maar in de zin van grondstoffen, handel, natuur en cultuur. Het was de perfecte plaats voor de Hollanders om er economisch gewin uit te halen. Vanaf de tijd van de VOC floreerde de handel met Nederlands-Indië en werden er allerlei specerijen en ander handelswaar naar Nederland gehaald. Tegenstand van het volk werd met grof geweld en moord bestreden. Het afdwingen van monopolies, het gebruik van slaven op de plantages en gedwongen leveringen waren de normaalste zaak van de wereld.  Nederland verwierf inkomsten uit Nederlands-Indië ten koste van de Indonesische bevolking. Maar Nederlands-Indië was onze trots, het was ons Indië.

 

In de tijd van de Bataafse Republiek (1795-1801) zijn er verschillende oorlogen geweest tegen het Hollandse bewind. Ook daarna bleef het onrustig door de Java-oorlog, van 1825 tot 1830, en de Atjehoorlog, van 1873 tot 1914. Deze oorlogen hebben alleen maar voor slachtoffers gezorgd, Indonesië bleef onder Nederlandse heerschappij staan. De Hollanders zagen de ‘inlanders’ als minderwaardig, maar voelden zich toch verantwoordelijk voor hun wel en wee. Er werd een beschavingsoffensief gestart: de Hollandse omgangsvormen werden ingevoerd als een soort heropvoeding van de ‘inlanders’. Zo zou men tot een beschaafde cultuur kunnen komen. Maar dit beschavingsoffensief leidde tot meer zelfbestuur van de Indonesiërs. In de 20e eeuw kwamen er steeds meer eigen burgemeesters en gemeenteraden. De Indonesiërs roken zelfbestuur en democratie.

 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden op een rap tempo bijna alle Nederlandse krijgsmachten door de Japanners uitgeschakeld of vernietigd, waarna een overgave volgde. De verslagen gevangenen werden in kampen geplaatst. Nergens in Nederlands-Indië was er nog een spoor van Europa te bekennen. In deze tijd groeide het Indonesische nationalisme sterk. De Japanners waren in eerste instantie ook tegen de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië, maar toen ze aan de verliezende hand waren, waren ze bereid om te onderhandelen. Soekarno riep op 17 Augustus 1945 Republik Indonesia uit. In die tijd was Nederland niet in staat hier iets aan te doen. Net na de oorlog had Nederland de kracht daar niet voor. De hulp van de Britten en de Australiërs was nodig om het gezag in Nederlands-Indië te herstellen. Maar omdat zij dit niet zelf wilden doen en de overgebleven Japanse troepen hiervoor inzetten, kregen de Indonesische nationalisten de kans om hun macht uit te breidden.

 

Koningin Wilhelmina had tijdens de Tweede Wereldoorlog uitspraken gedaan over autonomie van Indonesië. Ze wilde de Indonesiërs niet ineens aan hun lot overlaten, maar meehelpen met opbouwen en geleidelijk zorgen voor meer autonomie en inspraak van de Indonesische bevolking. Het plan was om van Indonesië een gemenebest te maken. Dan hadden ze autonomie, maar zou het toch nog verbonden zijn met Nederland. Nederland wilde Indonesië niet kwijt. “Indië verloren, rampspoed geboren”, luidde de stem van het Nederlandse volk. We moesten koste wat het kost Indië behouden, ons Indië, het Indië waar we allen zo trots op waren. Maar wat was de werkelijke reden waarom we ons Indië niet los wilden laten?